Skip to main content

Westfriezen en hun God …. of: God en zijn Westfriezen

Ooit eens waren de Westfriezen een vroom volk. Dat begon al met het vereren van de oude Germaanse Goden. Er waren diverse dichte bospartijen waaronder een heilige boom recht gesproken werd, geschillen over landbezit uitgesproken en criminele daden werden bestraft. Namen als Nibbixwoud en Oostwoud herinneren hier nog aan. Door de vondst van een kano uit pakweg 3000 jaar voor Christus weten we dat er toen dus al bewoners waren op dit kleine stukje planeet Aarde. Uit de Steentijd hebben we zelfs een “eigen Adam en Eva”: Cees van Hoogwoud en ut Woiffie van Sijbekarspel.

Men was in die tijd (en lang er na) dol op eendenvlees, getuige de vele teruggevonden botjes van dit dier. Internationale handel bedreef men toen zelfs al, daar er vele pijl- en speerpunten zijn gevonden van steen afkomstig uit wat nu Frankrijk is!

De zee gaf, maar wat Westfriesland betreft, nam de waterwolf vooral. Ook toen het gebied weer eens droger werd en daarmee beter voor menselijke bewoning geschikt was, bleef de zoute zee gevaarlijk en onbetrouwbaar.
Uiteindelijk wist de christelijke God ook dit eigenzinnige slag mensen te bereiken, gehard in hun continue strijd om gezamenlijk hun land droog en veilig te houden tegen invloeden van buitenaf. Denk aan stoere missionarissen als Adelbert (Egmond), Willibrord en Werenfried (Wervershoof = boerderij van Werenfried. Zij verkondigden de leer van de Katholieke Kerk, hakten de heilige bomen om en betaalden daarvoor soms met hun leven (Bonifatius). Bonifatius zou ook de kerk van Medemblik gesticht hebben, de moederkerk van Westfriesland.
Medemblik was ook lang de hoofdstad van dit gewest. Vooral de monniken uit wat nu de provincie Friesland is kwamen naar onze regio om de mensen te helpen om grond te ontwateren om zo landbouw te kunnen bedrijven en een eerste aanvang met beschermende dijken aan te leggen. Contact was vrij makkelijk, want het brede IJsselmeer/ Zuiderzee bestond toen nog niet en de gesproken taal was dezelfde. Katholiek geworden beperkte de noeste arbeiders niet en zelfs toen de grond zover was ingeklonken dat landbouw onmogelijk werd, schakelde men spoorslags over op veeteelt. Westfriese kaas had einde Middeleeuwen een uitstekende faam in een groot afzetgebied.

Dan is daar in 1566 het Wonderjaar: in Westerblokker is de eerste hagenpreek onder de vensters van een klooster; de Streek moet van dat opstandige spreken niets weten en blijft Katholiek. Verandering van overtuiging werd (en wordt) vaak bepaald door de voorganger van dienst. Gaat het je om het hierNUmaalse “pluk de dag” (carpe diem) of leg je de nadruk op je hele bestaan vol goede werken en je leven in het hierNAmaalse (memento mori)?
God ziet al Zijn kinderen graag gelukkig, maar de uiteindelijke keuze laat Hij aan ons zelf over. We hebben een vrije wil gekregen om te kiezen tussen het licht en de duisternis. Tussen kortstondig hedonisme of eeuwigdurend geluk …..….

 

Kapelaan Peter Piets augustus 2024