Skip to main content

Allerheiligen en Allerzielen

1 en 2 november. Twee dagen in de herfst waarop wij ons verbonden weten met allen die ons zijn voorgegaan, onze dierbaren, alle mensen die iets voor ons hebben betekend. Het zijn eigenlijk twee dagen waarop wij mogen ervaren dat wij één enkele familie vormen. Wij, de levenden onderweg, en al onze dierbaren die ons zijn voorgegaan, of ze nu al het gelaat van God aanschouwen (1 november) of ze nu in zijn barmhartigheid zijn opgenomen en nog wachten op die ontmoeting (2 november).

Deze twee dagen helpen ons de angst voor de dood te overwinnen. De belofte van het eeuwige leven die de verrezen Heer ons heeft gedaan en vooral zijn overwinning op de dood, houden de hoop in ons levend. Sterker nog: wij vieren deze twee dagen in de zekerheid dat al het goede en het schone dat wij ooit met onze dierbare overledenen hebben meegemaakt, ooit in het eeuwige leven nog mooier en schoner zal zijn.

Als wij in die dagen in de kerk voor onze doden bidden, naar een kerkhof gaan bij het graf van een dierbare of ergens stilstaan bij iemand die wij hebben moeten missen, dan doen we dat als teken van liefde, hoe broos en pijnlijk het ook kan zijn. Maar wij weten diep in ons hart dat onze hoop niet teleurgesteld zal worden. Hij die de Weg, de Waarheid en het Leven is, laat ons niet in de steek maar heeft voor ons al een plaats bereid. Waar alles nieuw en volmaakt zal zijn.

Pastoor Samuel